Hoe herken je geldzorgen bij jouw werknemers en wat kun je doen?

Leidinggevenden hebben een signaalfunctie bij geldzorgen van werknemers


Als leidinggevende heb je een signaalfunctie bij geldzorgen van jouw werknemers. Door over geldzorgen te praten kun je de juiste hulp inzetten en voorkom je grotere problemen. Maar hoe signaleer je geldzorgen en hoe maak je dit onderwerp bespreekbaar?

 

Signalen van geldzorgen

Werknemers praten over het algemeen niet graag over hun financiële zorgen. Toch zijn er signalen waar je als werkgever op kunt letten. Je werknemer:

  • leent geld van collega’s
  • toont gedragsverandering; is stressgevoelig, stiller dan anders, minder vrolijk of heeft concentratieproblemen
  • meldt zich vaker ziek
  • ziet er onverzorgder uit dan anders
  • vraagt om extra werkuren of diensten
  • levert geen bijdrage aan cadeautjes of uitjes
  • vraagt om een lening of een voorschot
  • pleegt fraude of diefstal

Ga het gesprek aan

Denk je dat een medewerker geldzorgen heeft? Ga dan met haar of hem in gesprek. Dit is zowel voor jou als voor je medewerker niet makkelijk, maar wel belangrijk. Je kunt hiermee geldzorgen aanpakken en eventuele grotere geldzorgen voorkomen. Want problemen als stress, concentratieverlies en ziekteverzuim op de loer.

6 tips voor het gesprek

  1. Maak de drempel voor je medewerker zo laag mogelijk
    Begin het gesprek bijvoorbeeld met ‘Ik wil je iets vragen en je mag zelf bepalen of je antwoord geeft’. Geef duidelijk aan dat je de informatie vertrouwelijk behandelt en dat het gesprek geen gevolgen heeft voor het werk.

  2. Stel open vragen
    Geldzorgen liggen gevoelig. Stel daarom open vragen. Hierdoor voelt je werknemer dat je oprecht interesse hebt in de situatie.

  3. Laat merken dat je je werknemer begrijpt
    Luister oprecht, zonder oordeel en toon inlevingsvermogen.

  4. Informeer en motiveer
    Het helpt wanneer je je werknemer laat merken dat hij of zij niet de enige is met geldzorgen én dat er oplossingen zijn.

  5. Gebruik activerende vragen
    Activerende vragen gaan in op het belang om het probleem aan te pakken. Wat levert het je medewerker op als zij of hij in actie komt? Door activerende vragen te stellen motiveer je je medewerker met het probleem aan de slag te gaan. 

  6. Maak een concreet actieplan en blijf betrokken
    Help met het bedenken van concrete acties voor de korte termijn. Bespreek de hulpvormen die er binnen en buiten de organisatie zijn voor de langere termijn. Toon je betrokkenheid door een vervolgafspraak te maken.

Bronnen: www.nibud.nl, www.wijzeringeldzaken.nl